Het vwo in het algemeen
Het
gymnasium en atheneum behoren beide tot het vwo: voorbereidend wetenschappelijk
onderwijs. Met een vwo-diploma kun je naar de universiteit. De opleiding duurt
zes jaar en heeft een theoretisch, wetenschappelijk karakter. In de Tweede Fase
(de klassen 4 tot en met 6) volg je een aantal verplichte vakken, waaronder bijvoorbeeld
Nederlands. Daarnaast kun je kiezen uit bepaalde combinaties van andere vakken,
de zogenaamde profielen? uitleg van of link naar profielen?. Er zijn vier
verschillende profielen: Cultuur en Maatschappij, Economie en Maatschappij,
Natuur en Gezondheid en Natuur en Techniek. De tijd en ruimte die je overhoudt
- naast het verplichte deel en de profielvakken – vul je in met nog minstens
een ander vak en eventueel andere schoolactiviteiten naar keuze. De twee
opleidingen binnen het vwo zijn gymnasium en atheneum.
Gymnasium
De
gymnasiumopleiding start op het HWC al in de brugklas. Het gymnasium heet een
klassieke opleiding, maar op het HWC is die springlevend en modern. Met de
modernste middelen, waaronder je laptop, verdiep je je in de wereld van de oude
Grieken en Romeinen. Van hen zijn veel wijze lessen te leren. Je leert Latijnse
en Griekse woorden en grammatica en leest teksten van oude schrijvers, maar
verdiept je ook in de mythologie en de cultuur van het oude Griekenland en
Rome. En dan blijkt die oude wereld soms verrassend modern. Zo
schreven de Grieken bijvoorbeeld over de zogenaamde “barbaroi” – dat waren de
mensen die geen Grieks spraken aan de grenzen van het rijk, vreemdelingen dus.
Hoe schreven zij over deze vreemdelingen en hoe kijken wij naar vreemdelingen?
Op het gymnasium ga je bij alle vakken de diepte in: ‘hoe zit het precies’,
‘waarom is dat zo’ zijn vragen die een gymnasiast beantwoord wil zien. Je kunt
het gymnasium ook heel goed tweetalig doen! Wie op
het HWC slaagt voor het gymnasiumexamen, krijgt, evenals op het categoraal
gymnasium, een vwo-diploma met de vermelding ‘gymnasium’.
Als je
twijfelt ‘is het iets voor mij?’, kijk dan maar eens of je je in de volgende
uitspraken herkent!
De meeste
gymnasiasten:
· hebben
een VWO advies en zijn op zoek naar een uitdaging
· zijn
nieuwsgierig en houden van onderzoeken
· vinden
het leuk om te lezen en te denken
· …maar
willen ook graag dingen doen (bijvoorbeeld dingen maken, uitzoeken, opvoeren of
presenteren)
· komen
graag in aanraking met creativiteit en kunst (musea, theater)
· houden
van puzzelen en stellen veel vragen
· hebben
op de basisschool niet heel veel hoeven leren: het ging vaak vanzelf
· willen
graag dingen weten over veel verschillende dingen!
Atheneum
Veel van wat voor het gymnasium geldt, geldt ook voor het atheneum: je krijgt les op hoog niveau en wordt uitgedaagd om zoveel mogelijk te leren en te onderzoeken. Studiewijzers helpen je om zelfstandig te kunnen plannen; bij het werken op (je) niveau is je laptop natuurlijk een uitkomst; en soms krijg je het beste resultaat door met anderen samen aan een opdracht te werken. Bij de talen leer je veel door zelf te doen, in echte situaties, bij biologie en natuurkunde doe je proeven en door op al die verschillende manieren veel zelf te doen ontwikkel je wetenschappelijke vaardigheden. Op het HWC hoort daar ook het vak godsdienst/levensbeschouwing bij. Dat past bij onze identiteit.
Havo
Havo staat voor Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs. Met een havo-diploma kun je naar het Hoger Beroepsonderwijs, het HBO. De opleiding duurt vijf jaar en heeft een theoretisch karakter. In de onderbouw (klas 1 t/m 3) staat het vakkenpakket vast. In de Tweede Fase (de klassen 4 en 5) volg je een aantal verplichte vakken, waaronder bijvoorbeeld Neder¬lands. Daarnaast kun je kiezen uit bepaalde combinaties van andere vakken, de zogenaamde profielen. Er zijn vier verschillende profielen:
- Cultuur en Maatschappij,
- Economie en Maatschappij,
- Natuur en Gezondheid en
- Natuur en Techniek.
De tijd en ruimte die je overhoudt - naast het verplichte deel en de profielvakken – vul je in met een vak en eventueel een schoolactiviteit naar keuze.
In de eerste drie leerjaren volgen alle leerlingen dezelfde vakken, met in klas 2 en klas 3 een keuzeprogramma voor verdieping en verbreding. Je werkt gedurende de hele opleiding met je laptop. De docenten maken gebruik van digitaal materiaal én van boeken. Zo ga je op verschillende manieren aan het werk met de leerstof.
Voor de Tweede Fase (klas 4 en 5) kies je een bij jou en je toekomstplannen passend profiel. Je hebt de keuze uit dezelfde profielen als bij het vwo. Ook havisten maken hun programma compleet met een aantal verplichte vakken en een keuzevak in hun zogenoemde vrije ruimte. Daarnaast zoeken we vanuit de wereld binnen school contact met de wereld buiten school. Dat doen we door op reis te gaan naar het buitenland, maar ook door in Nederland op excursie te gaan om zo de wereld om ons heen te ontdekken. We weten dat havoleerlingen een brede interesse hebben in de wereld om hen heen; leren doe je niet alleen in school, ook buiten de schoolmuren valt veel te leren.
Als je een havodiploma hebt, kun je overstappen naar de vijfde klas van het vwo. De decaan informeert je daarover
Vmbo-t
Vmbo-t staat voor Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs, theoretische leerweg. Deze opleiding, ook wel mavo genoemd, duurt vier jaar. Als vmbo-t-leerling krijg je te maken met verplichte vakken en in klas 3 en 4 een keuzedeel. Die verplichte vakken vul je dan aan met vakken uit één van de vier profielen: Economie, Techniek, Zorg en Welzijn en tenslotte Landbouw. In vmbo-t-3 kies je al bepaalde vakken. De echte keuze voor een profiel maak je in de loop van de derde klas. Met een diploma voor de theoretische leerweg kun je een opleiding volgen in het MBO (het middelbaar beroepsonderwijs). Ook is het mogelijk om na de theoretische leerweg over te stappen naar de havo. Dan moet je in vmbo-t 4 wel een extra vak hebben gevolgd.
In de onderbouw van het vmbo-t krijg je een breed vakkenpakket aangeboden. Natuurlijk werk je bij bijna alle lessen op je laptop, maar je gebruikt daarnaast ook boeken.Als school hebben we ervoor gekozen naast Nederlands en Engels ook Duits én Frans op het rooster te zetten. Dat kan heel handig zijn voor je toekomstige studie of beroep. In het ingeroosterde begeleidingsuur kun je extra steunles krijgen voor vakken die je moeilijk vindt; de mentor helpt je daarbij. In de bovenbouw kies je een profiel dat bij je past. En natuurlijk een extra vak als je overweegt over te stappen naar de havo. Omdat vmbo-t-leerlingen niet alleen uit de theorie leren, maar ook uit de praktijk, hebben we in het onderwijsprogramma veel doe-activiteiten opgenomen.